
1987/2005 IJhorst Hervormde kerk

Foto: Wieger van Asperen
In het jaar 1903 werd er voor het eerst een orgel geplaatst in
deze kerk. Het instrument was toen een schenking van de heren Koops
en van Kleef, zoals op de orgelkas onder de middentoren nog steeds
te lezen is.
Het instrument werd gebouwd door Jan Proper (1853-1922), die in
Kampen een orgelmakerij had en ook organist was van de Kamper
Bovenkerk.
Hij leverde een een-klaviers orgel met aangehangen pedaal.
Bijzonder aan dit orgel was dat het van een mechanisch werkend vrije
combinatie-systeem was voorzien.
Dispositie 1903:
Bourdon |
16' |
Prestant |
8' |
Holpijp |
8' |
Roerfluit |
8' |
Vox Celeste |
8' |
Octaaf |
4' |
Spitsfluit |
4' |
Octaaf |
2' |
Cornet |
IV |
Trompet |
8' b/d |
Aangehangen pedaal C-d1
In de zestiger jaren zijn serieuze pogingen ondernomen het steeds
slechter functionerende orgel te restaureren, wat
uiteindelijk nooit is gebeurd.
Rond 1970 was het praktisch onbespeelbaar geworden waarna de kerk
het jaren heeft moeten doen met een
electronisch apparaat.
Vanaf het midden van de jaren tachtig zijn de eerste stappen
ondernomen om weer een pijporgel in de kerk te krijgen,
onder andere door een rapport van de heren Verrips en Kaldenberg.
In december 1986 heeft Stef Tuinstra een rapport geschreven over de
toestand van het Proper-orgel en enkele
voorstellen gedaan voor het bouwen van een nieuw instrument in de
bestaande en zeker karakteristiek te noemen kas.
Het binnenwerk behoorde helaas niet tot het beste wat Proper heeft
nagelaten.
Het pijpwerk, wat fabrieksmatig was gemaakt en voorzien van geperste
labia, en de technische onderdelen, die veelal
betrokken waren van toeleveringsbedrijven, waren niet de moeite
waard om gerestaureerd te worden of om te dienen
als uitgangpunt voor een reconstructie in de stijl van Proper.
Uiteindelijk heeft de firma Kaat en Tijhuis uit Kampen in 1988,
onder advies van Stef Tuinstra, een nieuw instrument
gebouwd in de bestaande kas van Proper.
Het concept grijpt terug op de principes van de 19e Eeuwse
orgelbouw.
De mensuratie en de factuur van het pijpwerk volgt in grote trekken
die van de orgelmakers Van Dam in de periode
rond 1830-1850. De laden en de mechanieken zijn grotendeels gemaakt
in de klassieke, huisstijl van de firma.
De windvoorziening bestaat uit een spaanbalg met twee vouwen,
opgesteld achter het orgel.
Dispositie:
Hoofdwerk |
Bovenwerk |
Pedaal |
Bourdon 16 |
Fluit douce 8 |
Bourdon 16 (transm) |
Prestant 8 |
Gamba 8 (C-H in fluit d.) |
Prestant 8 (transm) |
Holpijp 8 |
Prestant 4 |
Trompet 8 (transm) |
Octaaf 4 |
Gedekte fluit 4 |
|
Quint 3 |
Woudfluit 2 |
|
Octaaf 2 |
Cornet III st. |
|
Mixtuur III-V st. |
Dulciaan 8 |
|
Trompet 8 |
|
|
Koppels:
Hoofdwerk-Bovenwerk
Hoofdwerk-Pedaal
Bovenwerk-Pedaal
Het IJhorster orgel was een nieuwe mijlpaal in het werk van de
firma, waarin een stijgende lijn waar te nemen was.
De binnenwerken namen steeds meer klassieke vormen aan en in IJhorst
was er ook (weer) sprake van een concept dat
qua opzet teruggrijpt op de historie.
Bij dit orgel heeft dat zeker z'n weerslag gehad op de
intonatiemethode, die anders moest worden uitgevoerd dan tot
dan toe gebruikelijk was.
Het mag duidelijk zijn dat ook in de jaren na 1988 binnen ons
bedrijf de ontwikkelingen ook niet stil zijn blijven
staan.
Zodoende is er ook intern een discussie ontstaan over met
name de intonatie van het IJhorster orgel.
Het instrument had alles in zich om een nog beter klinkend orgel te
worden en dit was met betrekkelijk eenvoudige
ingrepen te verwezenlijken in deze goed klinkende kerk.
Na overleg met de toenmalige adviseur hebben we de kerkvoogdij
in 2005 aangeboden om het instrument opnieuw te
intoneren, onder advies van een erkend adviseur.
Op verzoek van de kerkvoogdij is dit Peter van Dijk geworden.
Deze herintonatie heeft als resultaat dat de klank goed
aansluit bij het concept waarvoor in 1988 was
gekozen.
Bij het labiale pijpwerk zijn de kernspeten, voetopeningen en met
name de opsneden in de juiste verhoudingen
gebracht. Bij de tongwerken is het loodbeleg van de kelen deels
vervangen door messing en zijn de bekers van de
Trompet l plaats opgeschoven, groot C is nieuw bijgemaakt.
De winddruk, die in de loop van de jaren, na de restauratie van de
kerk, al eens was verhoogd is weer teruggebracht
naar 72 mm wk.

|