2009/2010
Leiden Christelijk Gereformeerde Opstandingskerk
Gegevens ingebruikname op 11 september 2010
Orgelgedicht Ds. Groenleer
Programma
Programmaboekje blad 1 &
blad 2
19.00 Zaal open
19.30 Welkom – Gera van Duijvenvoorde, voorzitter Orgelcommissie
19.35 Opening- Ds. Jan Groenleer, predikant
19.40 Toelichting Menno Kaat, Kaat & Tijhuis Orgelmakers
19.55 Gera van Duijvenvoorde, dankwoord/aankondiging
20.05.Concert Matthias Havinga
20.40 Afsluitende woorden Ds. Jan Groenleer
20.45 Afsluitend orgellied.
20.50 Uitnodiging tot drankje in hal
22.00 Einde
Begin maart 2010
Slideshow
opbouw in de kerk
De opbouw in de kerk is voltooid.
Ingebruikname september 2010
Verdere
voortgang

Klik op de afbeelding om een grotere versie te bekijken
2009/2010: Overplaatsing van het Fleiter-orgel van de CGK-Steenschuurkerk naar de CGK-Opstandingskerk te Leiden
Historie
Het instrument is in de periode rond 1880-1900 gebouwd door de
Duitse firma Fleiter. (zie
www.orgelbau-fleiter.de) Waarschijnlijk is het gebouwd
voor een Duitse kerk en omstreeks 1922 in de Steenschuurkerk
geplaatst.
Het instrument was opgebouwd als een twee-klaviers orgel met vrij
pedaal, waarvan het tweede manuaal stond opgesteld in een zwelkast.
De vermoedelijke, oorspronkelijke dispositie bij oplevering door
Fleiter is in het verleden al eens achterhaald door een van de
voormalige organisten.
Het orgel schijnt voorzien te zijn geweest van een uitzonderlijk
tractuur-systeem, door één van de organisten “hangbalg-uitstoot”-systeem
genoemd, waarvan er volgens hem in Nederland rond 1963 nog twee
orgels waren voorzien.
Het instrument had vermoedelijk de volgende dispositie:
Manual I |
Manual II (schwellbar) |
Pedaal |
Bordun 16’ |
Bordun 16’ |
Subass 16’ |
Principal 8’ |
Geigenprincipal 8’ |
Violon 16’ |
Hohlflöte 8’ |
Lieblich Gedackt 8’ |
Harmonikabas 16’ |
Gemshorn 8’ |
Flauto Dolce 8’ |
Principal 8’ |
Flauto Major 8’ |
Salicional 8’ |
Violoncello 8’ |
VioladiGamba 8’ |
Aeoline’ af c 8’ |
Octav 4’ |
Octav 4’ |
Fugara 4’ |
Posaune 16’ |
Rohrflöte 4’ |
Waldflöte 2’ |
Trompete 8’ |
Quint 3’
|
|
|
Octav 2’ |
|
|
Mixtur 4 st |
|
|
Cornet 3 st |
|
|
Trompete 8’ |
|
|
Koppeln
II-I
I-P
II-P
Tremulant
General Crescendo
Het is niet helemaal duidelijk of het orgel oorspronkelijk
tongwerken heeft gehad. In het gebied waar orgelmaker Fleiter
werkzaam was kwam het wel vaker voor dat orgels werden opgeleverd
zonder tongwerken.
Verschillende bronnen spreken elkaar hier over tegen.
Verder archiefonderzoek zal hierover uitsluitsel moeten geven,
hoewel dat nog wel lastig kan worden aangezien het bedrijfsarchief
van orgelmaker Fleiter in de tweede wereldoorlog verloren is gegaan.
In ieder geval is wel bekend dat men veel problemen heeft gehad met
de windlades van orgelbouwer Fleiter en er schijnen ook in het
verleden al vele voorstellen gedaan te zijn voor een ombouw van het
orgel. Ook voor 1963 zijn er al verschillende dingen aan het orgel
gewijzigd, onder andere de toegevoegde tongwerken, die
waarschijnlijk door Bik zijn geplaatst.
Een aantal van deze gegevens is afkomstig van Erik van der
Heijden. Deze orgeldeskundige heeft zich verdiept heeft in de
historie van het Fleiter orgel voor een toekomstige publicatie.
Verder konden we nog een aantal gegevens vinden in ons
bedrijfsarchief, waar ook het archief van de firma Fonteyn
en Gaal in is opgenomen.
In 1963 is het instrument drastisch omgebouwd door de firma Fonteyn
en Gaal uit Amsterdam onder advies van Chris Hanegraaf .
Bij deze ombouw is het orgel van nieuwe electrische
veer-membraanlades voorzien en is de dispositie behoorlijk gewijzigd
en aangepast aan de toen heersende opvattingen.
Het geheel is geplaatst in een nieuw gemaakte “achter”kast.
Door een meetfout destijds moest deze kast tijdens de opbouw in de
kerk ter plekke ingekort worden waardoor het binnenwerk behoorlijk
krap is opgesteld en niet gemakkelijk bereikbaar is voor onderhoud
en stemwerk.
Verdere kreeg het een vrijstaande elektrische speeltafel en de
volgende dispositie:
Hoofdwerk |
|
Prestant 8’ |
Frontpijpen nieuw, rest Princpal 8’ Fleiter |
Bourdon 8’ |
Hohlflöte 8’ Fleiter |
Octaaf 4’ |
Octave 4’ Fleiter |
Roerfluit 4’ |
Rohrflöte 4’ Fleiter |
Quint 3’ |
Quint 3’ Fleiter |
Octaaf 2’ |
Octave 2’ Fleiter |
Mixtuur 4-6 2’ |
Mixtuur 2’ Fleiter, aangevuld met nieuw pijpwerk |
Cornet 5st |
Cornet 5st. Fleiter, af g0, oorspronkelijk 3 sterk. |
Trompet 8’ |
Nieuw |
Zwelwerk |
|
Prestant 8’ |
Geigenprincipal 8’ Fleiter, groot octaaf oude |
Principal 8’ |
hoofdwerk (waarschijnlijk oude frontpijpen) |
Holpijp 8’ |
Lieblich Gedackt 8’ Fleiter |
Salicionaal 8’ |
Viola di Gamba 8’ Fleiter |
Prestant 4’ |
Nieuw |
Nachthoorn 4’ |
FluitMajor 8’ Fleiter af c0, 12 hoogste nieuw |
Vlakfluit 2’ |
Fugara 4’ Fleiter, hoogste pijpen nieuw |
Quint 1 1/3’ |
Nieuw |
Scherp 4st 1’ |
Nieuw |
SesQuialter 2 st |
Nieuw |
Hobo 8’ |
Nieuw |
Pedaal |
|
Subbas 16’ |
Subbass 16’ Fleiter |
Gedekt 8’ |
Bordun 16’ Fleiter, alleen 12 hoogste tonen, rest
transmissie van Subbas 16’ |
Octaaf 4’ |
Octav 4’ Fleiter |
Bazuin 16’ |
12 stuks nieuw, rest Trompet 8’hoofdwerk, waarschijnlijk
van Bik |
Schalmei 4’ |
Nieuw |
In feite is er door Fonteyn en Gaal een nieuw orgel gebouwd
achter het bestaande front, waarvan ook de frontpijpen zijn
vernieuwd, met gebruikmaking van een belangrijk deel van het
pijpwerk van Fleiter.
Fonteyn heeft dit in zijn offerte voor de ombouw van 1963 vrij
nauwkeurig omschreven, ook welk pijpwerk van Fleiter hij waar wilde
plaatsen.
Een behoorlijk deel van het Fleiter-bestand is dus nog aanwezig in
het orgel.
Voortgang werkzaamheden
Foto's van dhr. W. Lustig
Medio maart 2010
Begin maart 2010
Slideshow
opbouw in de kerk
Eind januari 2010
Foto's Wieger van Asperen
Medio januari 2010
Opbouw orgel in de werkplaats
Eind december 2009
nieuwe speeltafel
Medio december 2009
Restauratie orgelkas
Eind november 2009
De opbouw in de werkplaats is begonnen!
Midden oktober 2009
Begin september 2009
Midden juni 2009
 |
 |
Zwelkast |
Zwelkast |
 |
 |
Zwelkast + windlade |
Tekening front |
 |
Tekening front en bovenaanzicht |
|
|
Begin juni 2009
 |
 |
Constructie tbv de windladen |
Zwelkastdeel wordt verlijmd |
 |
 |
Vervaardigen van de zwelkast |
Nieuwe dubbelvouw balg op de voorgrond |
 |
Constructie een grondraam |
Begin mei 2009
Begin april 2009
Foto's gemaakt op de oude locatie
HERBOUW MET GEBRUIK VAN BESTAANDE LADES EN PIJPWERK
Bij de renovatie wordt gebruik gemaakt van de bestaande materialen,
aangevuld met, waar nodig, nieuwe onderdelen.
Er worden twee nieuwe tongwerken geleverd in Duitse factuur. De
bestaande Trompet wordt gerestaureerd en in de discant aangevuld met
nieuwe pijpen.
Met de huidige lades en pijpwerk wordt de volgende dispositie
samengesteld:
Hauptwerk C-g3 |
|
Bordun 16 |
gecombineerd met Subbaß 16 of zelfstandig;
Pijpwerk op de lade van Pedaal |
Principal 8 |
front Fonteyn (C-H, binnenpijpwerk Fleiter
(co-f3) |
Hohlflöte 8 |
Fleiter |
Octave 4 |
Fleiter |
Rohrflöte 4 |
Fleiter |
Quinte 2 2/3 |
Fleiter |
Octave 2 |
Fleiter |
Mixtur 4 fach |
2'-basis, grotendeels Fleiter |
Cornett 5 fach |
af g0, oorspr. 3 sterk, Fleiter; (4’=
Fonteijn, 8’= nieuw) |
Trompete 8 |
C-f1 Bik (Pedaal); rest nieuw in Duitse
factuur |
Schwellwerk C-g3 |
|
Geigenprincipal 8 |
Fleiter; C-H waarschijnlijk oude frontpijpen
|
Lieblich Gedackt 8 |
Fleiter |
Viola di Gamba 8 |
Fleiter |
Vox Coelestis 8 |
af c0, nieuw |
Salicet 4 |
Fonteijn, was Prestant 4' |
Flöte 4 |
Fleiter, |
Nasard 2 2/3 |
nieuw, conisch |
Waldflöte 2 |
Fleiter, |
Terz 1 3/5 |
nieuw |
Oboe 8 |
nieuw, bekers met dubbelconus, Duitse kelen
|
Pedal C-f1 |
|
Subbaß 16 |
Fleiter |
Principalbaß 8 |
deels front, Fonteijn |
Gedackt 8 |
C-f0 gecombineerd met Subbaß, was Bourdon
16’ Fleiter |
Octave 4 |
Fleiter |
Posaune 16 |
nieuw, houten bekers, volle lengte, houten
stevels, tinnen koppen, Duitse kelen |
Trompete 8 |
nieuw, C-f0 gecombineerd met Posaune
|
Koppelingen:
Pedal - Hauptwerk
Pedal - Schwellwerk
Schwellwerk - Hauptwerk
Hauptwerk -Schwellwerk
Tremulant
Kas
Het bestaande front wordt gerestaureerd en voorzien van een nieuwe
massief eiken onder en achterkast, aansluitend bij het front..
Door de onderkast te verhogen is het mogelijk om het Zwelwerk en het
Hoofdwerk boven elkaar te plaatsen waardoor de diepte van de kast
aanzienlijk teruggebracht wordt. Het Pedaal wordt dan weer achter de
beide manuaalwerken opgesteld, gescheiden door een stemgang.
De onderkast zal aan de frontkant in dezelfde stijl verlengd worden,
waarbij de Gotische motieven worden doorgezet naar beneden. Deze
panelen worden opengewerkt en van een raster voorzien.
Achter de onderkast wordt dan de zwelkast opgesteld met jaloezieën
aan de frontkant.
Speeltafel
In de zijwand van de kast wordt de nieuwe speeltafel opgenomen en
deels aangebouwd.
Er worden twee nieuw klavieren aangebracht.
Er worden nieuwe registerwippers aangebracht die voorzien worden van
kleine, porseleinen plaatjes met opschrift.
Er wordt een nieuw Pedaalklavier aangebracht. Deze wordt voorzien
van onderhoudsarme contacten.
Tractuur/windlades
De windlades van Fonteijn verkeren nog in een uitstekende conditie.
Een aantal jaren geleden zijn de membranen vervangen.
Fonteijn bouwde zijn pneumatische lades bijna altijd volgens het
veermembraan-principe. Voordeel van dit systeem is dat het pijpwerk
op een natuurlijke wijze aangeblazen wordt, redelijk vergelijkbaar
met een sleeplade.
Dit in tegenstelling tot een kegellade, waar de wind via een aantal
omwegen pas de pijp bereikt en daardoor “onrustig” wordt.
Deze lades zijn zeer degelijk gemaakt en in principe onverwoestbaar.
Verder zijn deze lades in staat om een toon snel te laten repeteren
en is deze tractuur absoluut niet “lui”.
De bekabeling van de relais wordt vervangen door een nieuwe
bekabeling.
Zwelkast
Om de lade van het Zwelwerk wordt een nieuwe zwelkast gebouwd,
opgebouwd uit een grenen raamwerk. De zwelkast krijgt aan de
voorzijde jaloezieën die door middel van een trede bij speeltafel
bediend worden.
Pijpwerk
Het pijpwerk wordt gerestaureerd. Aan de kernen lijken bij de ombouw
van 1963 geen drastische ingrepen te hebben plaatsgevonden, de
steken die er zitten zijn waarschijnlijk origineel.
De voetopeningen van het pijpwerk van het Hoofdwerk daarentegen zijn
gi opengewerkt om bij het pijpwerk “open voet intonatie” toe te
kunnen passen, iets wat in de jaren zestig van de vorige eeuw een
geliefde bezigheid was.
Windvoorziening
Momenteel is het orgel voorzien van een strakke windvoorziening in
de vorm van enkelvouwige regulateurs met spiraalveren.
De balgen worden onder een verhoogde vloer onder het orgel
geplaatst.
Zowel voor het Hoofdwerk/Pedaal als voor het Zwelwerk worden twee
dubbelvouwige magazijnbalgen gebruikt.
De windhuishouding zal worden geregeld door twee rolkastjes.
Op het kanaal van de zwelwerkbalg naar de lade wordt een nieuwe
pneumatische tremulant aangebracht.
Oplevering van dit instrument wordt verwacht in oktober 2009.
|